Het Gastels Laag ligt, zoals de naam het al zegt in een laagte.
Het ligt tussen de hoogte waarop Oudenbosch ligt, de zandrug Kuivezand en aan de zuidzijde de Heinsberg, die gevormd is in de ijstijd. Over een afstand van enkele honderden meters doen zich hier
natuurlijke hoogteverschillen voor van 5 a 6 meter. Omdat het zo laag ligt, is dit gebied altijd een nat, moerasachtig onvruchtbaar gebied geweest. Maar zo'n laagte is wel ideaal voor de
ontwikkeling van hoogveen.
Als een gebied onder water staat zoals hier, verdwijnen de afgestorven planten onder water, zakken naar de bodem en worden dan als het ware geconserveerd. Dat gaat jaren en jaren door. Zo
ontstond het hoogveen ofwel turf, dat vroeger gebruikt werd als brandstof. In de middeleeuwen lag hier dan ook een 2,5 m dik pakket turf.
Rond 1295 kocht het nonnenklooster St.Catharinadal het veengebied van de heer van Breda.
En zijn toen begonnen met het afgraven van de turf. Het uitgraven van het veen was geen nonnenwerk, dus werd het werk uitbesteed aan monniken van een bevriend klooster.
Maar voordat ze daar mee konden beginnen, moest het gebied worden ontwaterd.
Er werd een vaart gegraven die aansloot op de Oudenbossche haven, die rond 1300 gegraven was. Langs die vaart kon ook de turf vervoerd worden naar elders in Brabant en Vlaanderen. Ze verwijderden het veen tot 60 cm onder NAP. Toen moesten ze stoppen met turfsteken, omdat er niet verder kon worden ontwaterd. Het water stond toen net zo hoog als in de haven.
Dhr. Karel Leenders, kenner van de verveningshistorie van West Brabant, heeft zich op verzoek van Staatsbosbeheer verdiept in het Gastels Laag.
Hij kwam tot een aantal zeer interesante ontdekkingen.
(Zijn rapport is te vinden op internet, Landschapsgeschiedenis van het Gastels Laag.)
Bij de afgravingen in 1995 door Staatsbosbeheer, werden nog sporen ontdekt van de middeleeuwse turfwinning. Zoals een patroon van oude turfsteken (20X20 cm) het zg tegelvloertje.
En er werd nog een bijzondere vondst gedaan.
Er werden 6 kopakkerbuizen gevonden. Dat zijn doorgezaagde en uitgeholde dennenstammen. Deze werden door arme boeren gebruikt als drain.
De historische drains bleken ca 150 jaar oud te zijn. New York was tot nu toe de enige plek
ter wereld waar dergelijke houten drains bekend waren.
restant kopakkerbuis