bijzondere planten

Je ziet in het Gastels Laag duidelijk het verschil tussen het gewone boerengrasland en het natuurlijke schraalgrasland.

Het gewone boerengrasland heeft een felgroene kleur als gevolg van bemesting, tegenover de bruingroene en blauwgrijze tinten van het schraalgrasland.

Deze tinten in het schraalgrasland worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door de zg. schijngrassen. Dit zijn plantensoorten die op grassen lijken, maar het niet zijn.

In de bovenste bovenlaag van de in 1995 afgegraven percelen, zaten nog kiemkrachtige zaden. Sommige 600 jaar oud.

Als eerste kiemen van de schijngrassen de soorten uit de Russenfamilie, zoals Pitrus, Zomprus, Greppelrus, Knolrus en Zeegroene Rus, Veldrus en Padderus.

Daarna de verschillende Cypergrassenfamilies en de groep van Zeggensoorten.

Omdat de voedselarmere natte terreintypen in ons land zeldzaam zijn geworden, behoren een flink aantal zeggensoorten tot de categorie van bedreigde plantensoorten en staan op de Rode Lijst. Verspreid over de verschillende natuurgebieden langd de Naad, kan men nog steeds 27 soorten aantreffen.

 

Ook typerend voor dit blauwgrasland zijn de planten die overwegend blauwgrijze bladeren en blauwe of blauwpaarse bloemen hebben.

Dit zijn o.a. Blauwe Knoop, Knoopkruid, Kale Jonker, Moeraskartelblad, Rietorchis  en Spaanse Ruiter. Ook hiervan zijn een aantal soorten uitermate zeldzaam in heel Nederland.